Algemene naam: Cavia
Wetenschappelijke naam: Cavia porcellus
Herkomst: Zuid-Amerika
Grootte: 12.5-13.5 cm
Levensduur: 10 jaar
Cavia porcellus (Cavia) De bekendste soort is de huiscavia (Cavia porcellus), die waarschijnlijk zo’n 3000 jaar geleden door de Inca’s is gedomesticeerd.
Cavia porcellus (Cavia)
Herkomst :
Het is een knaagdier dat van nature in de Andes, Zuid-Amerika voorkomt en Via Nederland is de cavia in Indonesië terecht gekomen. Daar noemt men een cavia een tikus Belanda wat ‘Nederlandse muis’ betekent. Ook wordt soms de term marmut gebruikt. Ook dit heeft een link met Nederland. Vroeger, en door sommige mensen nog steeds, wordt een cavia namelijk wel misleidend een marmot genoemd, terwijl dat een andere, niet nauw aan de cavia verwante diersoort is.
Beschrijving:
Cavia’s zijn groepsdieren, hou ze daarom minimaal met twee. Een cavia alleen wordt eenzaam en verveelt zich snel. Twee vrouwelijke dieren of een koppel waarvan het mannelijk dier gecastreerd is, kan je gemakkelijk samen houden. Twee mannelijke dieren kan je alleen samen houden als ze al van jongsaf samen zitten en er geen vrouwtje bij zit.
Zet geen andere diersoorten bij de cavia’s. Cavia’s en konijnen worden al eens samen gehouden, maar dat kan problemen geven. De dieren begrijpen elkaar niet. Het konijn kan de cavia verwonden en de cavia kan van de vacht van het konijn eten. Ze hebben bovendien ander voeder nodig.
Voedsel:
Cavia’s eten groenvoer, fruit en zaden, maar voornamelijk gras, hooi en paardenbloemen. Een van de opvallendste kenmerken van cavia’s die van belang zijn voor hun verzorging, is dat ze net als mensen en de meeste apen door een defect aan het gulonolactone oxidase-gen (GULO-gen) zelf geen vitamine C kunnen aanmaken en dat uit het voedsel moeten krijgen. Hierin wijken ze sterk af van de andere dieren, die hun vitamine C redelijk (bijvoorbeeld: katten en honden) tot zeer goed (onder andere: geiten en leeuwen) zelf kunnen maken uit hun bloedsuiker.