Algemene naam: grasparkiet
Wetenschappelijke naam: Melopsittacus undulatus
Herkomst: Australië
Grootte: 12.5-13.5 cm
Levensduur: 10 jaar
Melopsittacus undulatus (grasparkiet) behoort tot de papegaaiachtigen en komt in het wild in grote zwermen in Australië voor.
Melopsittacus undulatus (grasparkiet)
Herkomst :
De vogel neemt in Australië toe omdat door menselijk ingrijpen steeds meer leefgebieden ontstaan die geschikt zijn voor deze parkiet. In Korea en Japan bestaan verwilderde populaties. Een verwilderde populatie in Florida (Verenigde Staten) stierf geleidelijk uit en was daar in 2014 helemaal verdwenen.
Beschrijving:
Ruim 150 jaar geleden werd de grasparkiet in Europa ingevoerd. Ze worden gehouden in een kooi of volière.
Als grasparkieten alleen in een kooi worden gehouden, hebben ze veel aandacht nodig. Het zijn echte groepsdieren en daarom is het beter om er twee of meer te houden, bij voorkeur een even aantal. Het is heel belangrijk om nooit meer poppen (vrouwtjes) dan mannetjes te hebben, omdat poppen heel agressief kunnen zijn en zullen vechten om de mannetjes. Speelgoed en klimgerei zijn noodzakelijk bij het leven in een kooi. Grasparkieten zijn vrolijke, ondernemende vogels die erg tam kunnen worden, vooral als ze van jongs af aan met mensen in aanraking zijn geweest. Sommige grasparkieten kunnen praten, de meeste doen dat echter niet.
Voedsel:
In de natuur leven grasparkieten vooral van graszaden. Daarom wordt het vaak gezien als volwaardige voeding, maar is dat niet altijd voldoende. Omdat het gekweekt wordt in landen waar soms nog volop gebruikgemaakt wordt van pesticiden en andere chemicaliën, is het geven van zaad uiteindelijk de oorzaak van veel gezondheidsproblemen bij grasparkieten.
De beste voeding is compleetvoer, ook wel pellets genoemd. Dit voer bevat alle benodigde voedingsstoffen in de juiste verhouding. Bij gebruik van een zaadmengsel dient pas nieuw zaad gegeven te worden als het bakje vrijwel leeg is, dit om te voorkomen dat de vogel de lekkerste zaadjes er steeds uitpikt waardoor het dieet te eenzijdig wordt en het dier te weinig essentiële voedingsstoffen binnenkrijgt.
Extraatjes:
Groente, fruit, en kruiden zoals peterselie en basilicum, maar ook vogelmuur en paardenbloem (vooral de bladeren en wortel), kunnen naast de pellets of zaden gegeven worden, maar in kleine hoeveelheden. Avocado en rabarber zijn giftig voor grasparkieten en papegaaien. Stukjes appelschil worden vaak gewaardeerd om aan te knabbelen.