Pogona vitticeps (Baardagaam)

Pogona vitticeps (Baardagaam)

Herkomst :
De Pogona vitticeps (Baardagaam) komt voor in Australië en nergens anders. De agame leeft in het centraal-oostelijke deel van het land. Het verspreidingsgebied van de baardagame ziet eruit als een vlek midden in vier staten, en beslaat kloksgewijs de Australische staten Noordelijk Territorium, Queensland, Nieuw-Zuid-Wales en Zuid-Australië.

In het Noordelijk Territorium komt de agame voor in het zuidoostelijke deel, in Queensland in het zuidwestelijke deel. In Nieuw-Zuid-Wales komt de agame voor in het noordwesten en in Zuid-Australië ten slotte is de baardagame alleen in het noordoosten te vinden.

Kleur:
Het lichaam is afgeplat en voorzien van vele stekels, die echter vrij zacht zijn. De stekels op de kop zijn wel verhoornd. De lichaamskleur van de baardagame heeft dezelfde kleur als zijn omgeving, roodbruin met grillige, donkere vlekken op de rug en strepen op de kop. Deze tekening steekt sterk af bij de jonge dieren en vervaagt naarmate de dieren groter worden; oudere exemplaren zijn meestal egaal van kleur.

De bruinrode tot grijze kleur dient ter camouflage, en lijkt op de kleur van het zand waarop de agame leeft. De kleur van het lichaam van exemplaren uit drogere streken is vaak afstekender dan die van populaties uit meer gematigde gebieden.[2] De staart is in vergelijking met andere hagedissen erg kort; ongeveer even lang als het lichaam. De staart is voorzien van vele stekels, die bestaan uit omgebouwde schubben. De staart wordt gebruikt als balans bij het rennen, met name als op de achterpoten wordt gelopen. Daarnaast dient de staart als slagwapen om concurrenten en vijanden te slaan.

Leefgebied:
De baardagame is een bodembewonende soort die goed overweg kan op de grond, maar ook kan klimmen op rotsen en in bomen. Vooral de jongere dieren klimmen, ze zijn dan veilig voor hun grotere soortgenoten, die meer op de bodem blijven. De habitat bestaat uit halfwoestijnen en droge, weinig begroeide bossen tot gebieden met struikgewas. Met name in het zuiden kan de agame ook langs de kust worden aangetroffen. De baardagame is overdag actief en schuilt ‘s nachts onder stenen of in holen van andere dieren. Dat is ook een plek waar zijn grootste vijand, de roofvogel, hem niet kan pakken.

Verzorging:
De baardagame is een van de weinige reptielen die onder de juiste omstandigheden enigszins tam kan worden, waarbij de schuwheid voor mensen verdwijnt. Hierdoor is de hagedis populair als huisdier en er is veel over de levenswijze en het gedrag bekend. De baardagame wordt gehouden in een terrarium. Dit is een volledig afgesloten glazen bak waarin de levensomstandigheden van het dier worden nagebootst.

Daarbij is belangrijk dat een geschikt substraat wordt gebruikt, er voldoende zon- en schuilmogelijkheden zijn en dat de temperatuur en luchtvochtigheid niet te hoog of te laag worden. De baardagame stelt ten opzichte van andere reptielen minder eisen met betrekking tot de verzorging. Omdat de baardagame een woestijnbewoner is, houdt het dier van droge, kale omstandigheden, wat een voordeel is omdat er zo minder kans is op beschimmeling en het terrarium relatief makkelijk schoon te houden is.

Het is zeer belangrijk om voor het aanschaffen van een baardagame veel informatie op te doen. Voordat men een baardagame aanschaft, dient men er bijvoorbeeld rekening mee te houden dat een baardagame 7 tot 15 jaar oud kan worden, ongeveer net zo oud als een hond of kat. Gezonde baardagamen zijn alert en kijken helder uit hun ogen. Als dat niet zo is, gaat het vaak om een ziek of sterk verzwakt exemplaar. Ook het gewicht en de vetreserves van de agame, voornamelijk bij de buik, moeten op peil zijn.

Dit is ook te zien aan de heupbeenderen, die normaal gesproken niet te zien zijn, maar bij een zwak of ziek dier vaak uitsteken. De baardagame past zich aan aan de verschillende seizoenen, het is sterk aan te raden om deze na te bootsen. Hierdoor blijven ze in hun natuurlijke cyclus en dat heeft grote invloed op het welzijn en de gezondheid van de dieren. Ook is de baardagame op die manier het beste te kweken.

De baardagame kent een winterrust, geen winterslaap maar een minder actieve periode waarin ook minder tot niets wordt gegeten. Gedurende deze tijd zijn de kleuren ook minder intens. De winterrust begint als in Nederland en België de winter begint, de temperatuur en het lichtduur en -intensiteit moeten geleidelijk verlaagd worden (kan door middel van schakelaars/dimmers). Schoon water moet altijd beschikbaar blijven. De winterrust duurt ongeveer twee maanden, daarna moeten temperatuur en lichtintensiteit weer worden verhoogd. De agame zal langzamerhand meer gaan eten en actiever worden, na de winterrust begint het voortplantingsseizoen.

Indeling:
Een geschikte terrariumindeling voor een baardagame is een steppelandschap of een woestijnlandschap. Een baardagame eist een groot terrarium, 0,25 m³ per dier of groter. De bodem moet bedekt zijn met steriel zand of kalkzand. Een ruwe achterwand en stukken hout nodigen uit tot klimmen. Stenen maken het geheel helemaal af en houden ook de warmte goed vast. Een uv-lamp (uv A en uv B) stimuleert de voortplanting, eetgedrag en groei van een baardagame en is onmisbaar in een terrarium.

Daglichtlampen (de sterkte afhankelijk van de grootte van het terrarium) zorgen voor een zonnig plekje. Onder de lamp mag het niet warmer zijn dan 45 °C, daarrond tussen de 24 °C en de 35 °C overdag en 18 °C tot 24 °C ‘s nachts. Baardagamen verlangen in de zomer 12 tot 14 uur licht per dag, in de winter 9 tot 10 uur per dag. De luchtvochtigheid mag ongeveer 30% tot 45% zijn. Ze zullen zelf het warmste of het beste plekje zoeken.

Uiterlijke kenmerken:
De baardagame is een middelgrote hagedis met krachtige klauwen en een duidelijk afgeplat lichaam. Een volwassen baardagame kan een totale lichaamslengte bereiken van ongeveer 60 centimeter. Ongeveer de helft van de totale lichaamslengte bestaat uit de staart. De agame heeft een relatief grote kop, een plomp en gedrongen lichaam en een relatief korte en dunne staart in vergelijking met andere hagedissen.

De mannetjes worden groter dan de vrouwtjes en zijn daarnaast te herkennen aan de grotere kop en de meer donker tot zwart gekleurde ‘baard’ aan de keelzijde. Mannetjes hebben ook zogenaamde femorale poriën; dit zijn vergrote poriën aan de onderzijde van de dijen.

Mannetjes hebben ook een grotere cloacaopening dan vrouwtjes.[4] Dit is te zien door de huidplooi van de cloaca wat te verschuiven. Op de kop zijn stekelrijen aanwezig, evenals op staart en rug en dan vooral aan de flanken van het lichaam. De kop is driehoekig van vorm en relatief groot en stomp, de ogen en gehooropeningen zijn duidelijk te zien. De gehooropeningen zijn wat dieper gelegen en de oogleden zijn sterk verdikt, wat dient om zandkorrels buiten te houden.

De ‘baard’ bestaat uit een opzetbare keelzak die bedekt is met stekelvormige schubben die naar voren steken als de keelzak wordt getoond, hierdoor lijkt de kop een stuk groter. Het opzetten van de baard dient uitsluitend om te imponeren. De baardagame kan hier niet mee ‘steken’ en staat bekend als een bijtschuwe soort tegenover vijanden.

Voortplanting:
Baardagamen maken gebruik van een vorm van visuele communicatie om elkaar het hof te maken. De baardagame kan communiceren door morse-achtige signalen te maken door met de kop te knikken en de voorpoten te zwaaien, net zoals andere agamen als de Chinese wateragame. Het mannetje kan zijn zwarte stekelbaard opzetten en blaast zijn lichaam vol met lucht tijdens het voorspel. Hij loopt kleine rondjes aan de voorzijde van het vrouwtje en trappelt af en toe met zijn poten.

Af en toe wordt de bek geopend en wordt de gele bekrand zichtbaar. Het vrouwtje zal door middel van het zwaaien met haar voorpoten laten zien dat ze wil paren. Als ze dat niet wil -omdat ze bijvoorbeeld al eieren draagt- zal ze een volhardend mannetje van zich af bijten. Na de paring zet het vrouwtje na ongeveer 45 tot 60 dagen haar eitjes af in een ondergronds nest.

Bij het graven van het nest verdwijnt zij grotendeels in de bodem. Er worden per legsel ongeveer 20 eieren afgezet, dit kan verschillen van 8 tot 24.[2] De incubatietijd is ongeveer twee tot 2,5 maand waarna de juvenielen tevoorschijn komen. Ze lijken in alles op de ouders en vertonen direct het karakteristieke zwaai-gedrag. Ze zijn uiteraard wel veel kleiner en hebben een verhoudingsgewijs veel grotere kop.

0

Je winkelwagen